Onderstaande
aandachtspunten geven u een handreiking om bij het bezoek aan de fokker goed beslagen ten ijs te komen:
õ Wanneer u de pup gaat bekijken, kijk dan of de
omgeving schoon is, kijk of de ontlasting van de pups stevig is, kijk of de oren en ogen schoon zijn, Ook de neus mag geen
uitvloeiing vertonen. De pups moeten vrolijk zijn en niet in een hoekje weggedoken zitten. Kijk ook naar de conditie van de
moederhond.
õ Als de fokker u een koopcontract wil laten tekenen lees dit dan eerst zorgvuldig door en kijk of u achter dit contract
kunt staan. Zo niet, teken dan ook niet.
õ U mag verwachten dat de pups ingeënt en ontwormd
zijn, dit staat in een inentingsboekje dat moet zijn ingevuld door een dierenarts. Controleer of de inentingen overeenkomen
met wat uw eigen dierenarts hierover verteld heeft. Het inentingsboekje behoort een ingevulde gezondheidsverklaring te bevatten.
(Dit geld ook voor het afhalen van uw pup)
õ Bij een reu moeten de testikels in het scrotum
ingedaald zijn. Soms kan het voorkomen dat dit nog niet het geval is op de datum dat u de pup mee naar huis neemt (vraag hier
naar en laat het bij uw dierenarts nakijken). Meestal komt dit na verloop van tijd vanzelf in orde. Toch moet u met de fokker
goede afspraken maken als dit nog niet gebeurt is of als u bij uw eigen dierenarts hier achter komt. U kunt met een hond die
één of twee testikels mist niet fokken of een tenttoonstelling lopen. (Dit geld ook voor het afhalen van uw pup).
Tijdens het bezoek
kunt de volgende observatiepunten hanteren:
õ Hoe is de
omgeving van de fokker?
Pups hebben een prikkelrijke omgeving nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Honden, die te geïsoleerd
opgroeien, worden zelden een normale sociale hond. Kijk ook hoe de andere honden van de fokker worden gehouden.
Dit zegt iets zeggen over de socialisatie.
õ Heeft de
fokker meer nesten liggen?
Dit zegt iets over de beschikbare tijd van een fokker om te socialiseren.
õ Hoeveel honden
heeft de fokker en waar zijn deze honden?
Ook dit geeft informatie over de beschikbare tijd om te socialiseren.
õ Mag u de
ouderdieren zien? Zo ja welke indruk krijgt u van ze? (Als de vaderhond niet op hetzelfde adres aanwezig is: bezoek hem op
zijn verblijfadres.)
Dit geeft u een indruk geven van de erfelijke aspecten.
õ Geeft de
fokker de indruk alles goed onder controle te hebben?
Dit zegt iets over de fokker en zijn wijze van omgang met de honden
omgaat.
õ Hoe ziet
het nest er uit?
Bij een accurate en zorgvuldige fokker treft u een frisruikend en verzorgd nest aan.
õ Wanneer mag
er contact gemaakt worden met de pups, mag u de hondjes vastpakken?
Dit geeft inzicht in de socialisatie.
õ Als de hondjes
wat ouder zijn, mag u dan plaatsnemen in de puppy-ren of haalt de fokker er steeds een hondje voor u uit?
Behalve over
socialisatie, zegt dit tevens iets over fokker.
õ Als het voorgaande
niet meteen mag, geeft de fokker u daarvoor een reden op? Klinkt dit geloofwaardig? (Ga dit eventueel na bij een deskundige.)
Dit
vertelt u iets over de fokker.
õ Hoe reageert
de moederhond op uw bezoek?
U ziet hiermee een erfelijk aspect.
õ Kunt u haar
gewoon benaderen/aaien? Wil ze zelf contact maken met u.
Dit is wederom een aspect van de socialisatie.
õ Wat vertelt
de fokker over het gedrag van de moederhond. Komt dit overeen met wat u ziet?
Dit zegt iets over de fokker.
õ Als u binnen
komt, wat is dan het gedrag van de pups? Zijn ze geïnteresseerd, nieuwsgierig of juist een beetje teruggetrokken?
U beoordeelt
hiermee een stuk socialisatie.
õ Laat eens
iets vallen of stoot eens tegen een stoel. Hoe reageren de pups?
Hiermee kunt u de geluidgevoeligheid van de hondjes testen
en de mate van schrikachtigheid voor geluiden (socialisatie).
õ Zoeken de
pups u op of lopen ze eigenlijk steeds van u vandaan of komen ze helemaal niet
naar u toe?
Hiermee kunt u de aanhankelijkheid van het hondje toetsen, kijken hoe hun aanleg is enig inzicht krijgen in
de mate van socialisatie van dat moment.
õ Hebben de
hondjes meer interesse voor de omgeving dan voor u?
Dit zegt wat over aanleg en socialisatie.
Als u besluit
een hondje uit het nest aan te schaffen kunnen de volgende mogelijkheden zich voordoen:
a)
de fokker bepaalt welke pup u krijgt.
b)
de fokker bepaalt, maar met inachtneming van de puppy-test.
c)
alleen puppytest, u kan zelf beslissen.
d)
de fokker laat u de keuze
Als u zelf
onvoldoende van zaken heeft t.a.v. het ras, is het in het geval van de mogelijkheden c+d aan te raden een hondje uit te kiezen
met een gematigde karakterstruktuur. Ook kunt u een deskundige meevragen om samen met u een hondje uit te zoeken.
Hier nog
enige adviezen om een dergelijk hondje te onderscheiden.
Kijk of het
hondje:
· goed naar u toe wil komen als
u in uw handen klapt of geluidjes maakt.
· aangehaald wil worden,en het
prettig vindt om even bij u op schoot te blijven.
· wil spelen.
· niet voortdurend in uw handen
bijt als u speelt.
· eventueel een stukje met u
meeloopt nadat u gespeeld heeft
· niet te angstig is voor onverwachte
geluiden of gebeurtenissen. (Het hondje kruipt dan echt weg wil niet meer zelf terugkomen.)
· niet de wildste uit het nest
is.(b.v. overal haantje de voorste willen zijn en andere nestgenoten steeds verdringt.
· niet het teruggetrokken stille
hondje is.
· een gemiddelde lijfelijke gevoeligheid
heeft. Als u in zijn velletje knijpt, moet u dan hard knijpen voordat er een reactie komt of juist helemaal niet? Moet u hard
knijpen, dan heeft u een harde hond. Als de hond bij een heel licht kneepje al begint te gillen, dan heeft u een overgevoelige
hond.
Neem noch de overgevoelige hond noch de harde hond.
Vaak kan
ook de fokker nog heel wat vertellen over wat er allemaal binnen zijn nest gebeurd, dat u kan helpen bij het bepalen van uw keuze.
Het geeft een indicatie over de oplettendheid en zorgzaamheid van de fokker ten aanzien van het nest.
Tip:
Spreek met
uw dierenarts een controledatum af binnen 3 dagen na het ophalen van uw pup.
Voeding
De pup is ong. 8 weken wanneer hij bij u in huis komt en moet dan nog 4 maal per dag gevoed worden. De fokker zal
u een dieetlijst mee geven waar u zich het best aan kunt houden totdat de hond op zo'n twee maaltijden per dag zit.
De overgang van het vertrouwde, warme nest maar een nieuwe, onbekende woonomgeving is voor een pup van die leeftijd
al moeilijk genoeg en hij kan daarbij niet nog eens een verandering van menu verwerken. Wanneer de hond een maand of negen
is zit hij op het dieet, zoals dat gebruikelijk is voor een volwassen hond. Wanneer u dan van voeding wenst te veranderen,
doe dat dan geleidelijk (over een periode van 3 á 4 weken) zodat de hond de gelegenheid krijgt er aan te wennen.
Voor hem is zijn
eten nu eenmaal één van de grootste genoegens van zijn leven, dus probeer een menu te vinden waar ook hij zich prettig bij
voelt en dat niet alleen makkelijk is voor de baas. Zorg er altijd voor dat hij een volledig hondenvoer krijgt. Twijfelt u,
dan kunt u altijd uw dierenarts of de fokker raadplegen.
Diergeneeskundige verzorging
Wanneer de pups bij de fokker weggaan, hebben zij de voorlopige inentingen gehad. De fokker zal u een entschema meegeven.
Pups worden met 2, 4, 6, en 8 weken ontwormd daarna elke twee maanden tot ze een half jaar oud zijn. Volwassen honden moeten
twee maal per jaar ontwormd worden.
Een Jack Russell Terrier is over het algemeen een sterke, gezonde hond, zeker wanneer hij een goede verzorging geniet.
Ondanks dat blijven er natuurlijk altijd kwalen die op een kwaad moment de kop op kunnen steken; ziekten, parasieten (wormen),
insectenbeten, infecties of verwondingen. Veel ziekten kunnen worden voorkomen door tijdige inentingen. Parasieten als vlooien
en luizen moet men evenmin hun gang laten gaan. Wanneer de hond last heeft van vlooienbeten, doet u er goed aan een bestrijdingsmiddel
toe te passen (speciaal voor de hond uiteraard), voordat hij, door constant krabben open plekken of eczeem veroorzaakt. Wat
betreft verwondingen kan men stellen, dat elke EHBO-maatregel die men bij de mens
zou toepassen, ook geschikt is voor uw huisdier. De dierenarts kan bepalen wat er daarna eventueel moet gebeuren.
Controleer zelf regelmatig oren en ogen: de ogen moeten schoon en helder zijn en de oren mogen geen onaangename geur
afscheiden. Stap bij problemen altijd naar uw dierenarts en pruts er niet zelf aan, daar zijn het te belangrijke organen voor.
Ook moeten we de ontlasting van de hond in de gaten houden. Dit is een goede graadmeter voor de gezondheid van de
hond. Bij pups moeten we daar zeker goed op letten, voor pups kan een aanhoudende diarree dodelijk zijn. Als uw pup heftige
diarree heeft moet u naar de dierenarts!